Larche - Bousieyas

27 juli 2022 - Saint-Dalmas-le-Selvage, Frankrijk

Woensdag

20,2 km,1212 hoogtemeters  top 2671 meter 

Gisteravond in dezelfde auberge gegeten als gistermiddag. Veel honger hadden we niet, één pizza en één salade was mooi genoeg. Met een Genepie (Edelweissdigestief) van de zaak achter de kiezen wandelen we weer terug naar de camping. Als we er 's nachts even uitgaan is de hemel bezaaid met sterren en vormt de Melkweg één lichtende band. In het oosten, richting Italië dus, bliksemt het flink, heel raar, bij een totaal heldere hemel. Donder horen we ook niet.

We staan vroeg op, genieten nog even van de uitbundige vogelzang op de camping, en zijn even na achten op pad. De eerste kilometers zijn simpel: over een asfaltweggetje dat richting het Lac de Lauzanier voert. Blijkbaar een belangrijk wandeldoel, er rijdt zelfs een pendelbusje die kant op. Het weggetje eindigt bij een serieuze parkeerplaats en verandert dan in een prima wandelpad. We lopen nationaal park Mercantour in en stijgen langzaam langs de Lauzanier.  Als we na 6 km voor het eerst pauzeren hebben we ongemerkt al ruim 250 m geklommen. Het dal is mooi: groen en omringd door, je raadt het al, hoge bergen. We zitten de hele dag vlakbij de Italiaanse grens, de hoogste bergen vormen vaak de grens.

Langzaam wordt de klim wat steiler, het pad is echter uitstekend. We eten een halve lunch bij het kraakheldere Lac de Lauzanier en klimmen dan door naar het volgende meertje voor de tweede helft. We denken dat dat meertje droog staat maar blijken iets te vroeg gestopt te zijn. Jammer dan, het plekje was toch best aardig. 

In de verte zien we de Pas de la Cavale (2671), we vragen ons af hoe we daar zouden moeten komen.  We zien alleen een smal pad langs een eindeloze gruis en puinhelling, dat kan 'm toch niet wezen? Wel dus. We maken kennis met een soort ondergrond die we nog niet eerder tegen kwamen: een dikke laag steenbrokken. Daar blijk je ook op te kunnen lopen. De helling is niet al te steil, en als we boven komen hebben we voor en achter ons prachtig uitzicht. 

We bereiken nu de Alpes Maritimes, daar klinkt de Middellandse Zee al in door. Die ligt echter nog wel een eindje verderop. Eerst de Cavale maar eens afdalen. Dat is een hele klus: de helling is supersteil en het pad is stenig, smal, soms half weggeslagen kortom: bar lastig. Ook hier zijn weer stukken waar we over een dik steenbrokkentapijt strompelen. Hoog boven ons vliegen twee enorme vogels, vast gieren die even komen checken of er al iemand neergestort is.

Het lukt ons heelhuids uit de steenwoestijn te komen. Als we terugkijken is met geen mogelijkheid te herleiden waar we vandaan zijn gekomen: we zien alleen een ongenaakbare rotswand met daaronder eindeloos veel puin.

We lopen verder over een wat begaanbaarder pad en komen een familie tegen die de omgekeerde route bewandelt. Twee jongens van een jaar of 8 hupsen als steenbokjes omhoog, mooi gezicht! 

We worden aangesproken door een parkwacht die graag wil uitleggen wat te doen als je een schaapskudde met waakse hond tegenkomt:

  1. uit de buurt van de schapen blijven.
  2. rustig praten tegen de hond
  3. 'm niet in de ogen kijken 
  4. 'm aan je pet laten ruiken zodat ie vast kan stellen dat je een mens bent

En dan maar wachten tot ie ophoepelt. Als je toch aangevallen wordt, kun je dat via een formulier melden. Ik hoop dat het niet zover komt.

We blijven nog een hele tijd dalen door grassige golvende heuvels met stenige beddingen erdoorheen en af en toe dolines (sinkholes). Helemaal beneden zoeken we ons een weg door twee puinravijnen die eruit zien alsof er soms kolkende waterstromen doorheen razen. Nu staan ze praktisch droog.

We mogen nog een col over, de col des Fourches (2260), we zien een smal paadje over de groene helling naar boven lopen. Het paadje is behoorlijk aan het eroderen: soms is het prima te belopen, soms is het een diepe groef en moeten over de rand daarvan balanceren en soms is het een stenig allegaartje. Deze klim duurt maar een half uurtje dus a la. 

De laatste afdaling is goed te doen, over grassige paden lopen we de helling af waar zich ook de weg naar de col de la Bonette, met ruim 2800m de hoogste asfaltcol, naar boven slingert. Tegen vijven bereiken we Bousieyas, en we zijn flink moe. Tent opzetten (we bivakkeren bij een gite) mag pas om 6 uur (want nationaal park), dus we installeren ons een uurtje op het terras. 

Op het redelijk vlakke bivakterrein van het dorp, naast het kerkhof, zetten we de tent op. Ik voel me niet goed: ik heb genoeg van de pijn in mijn rug (ik vermoed een gescheurd spiertje door het hoesten dat maar niet ophoudt) en heb nu ook pijn in mijn knie, en met morgen 1600m afdalen in het vooruitzicht is dat niet fijn. 

We douchen lekker bij de gite. Het eten is ook prima, veel groenten, lekker toetje. Er is nog één ander wandelstel en een mevrouw van 90 uit Nice die gevlucht is voor de hitte daar. Hier is het nog steeds lekker qua temperatuur, vandaag hebben we zelfs af en toe een extra laagje aangedaan. 

Foto’s

3 Reacties

  1. Jolanda Hoeijmakers:
    27 juli 2022
    Prachtig verhaal weer, elke keer genieten!!
    Voorzichtig met je rug en knie!!! Hopelijk morgen een makkelijke weg om te bewandelen!!
    Liefs uit Horst😘😘
  2. Atie Monni:
    27 juli 2022
    Hopelijk is het ook niet zo heet meer straks in Italië 🥵
  3. Nellie:
    27 juli 2022
    Sterkte met je rug en knie morgen !😘