Eilandhoppen

7 juli 2005 - Baska, Kroatië

Rustdag Novalja.
Wij slapen lekker door op deze rustige camping en worden pas tegen achten wakker.

Het wordt een echte rustdag. De jongens minigolfen, wij lezen aan het strand en draaien een wasje. Navraag bij de toeristinfo leert dat er wél een boot om 10.00u gaat, dat scheelt weer 2,5 uur slapen!

We koken op het strand en terwijl we daarmee bezig zijn krijgen we nieuwe buren die hun SUV zo'n beetje in onze tent parkeren. En er is toch plaats zat hier... We pakken 's avonds alvast zoveel mogelijk in.

Donderdag 7 juli
Novalja - Baska, 40km, gem. snelheid 17km per uur, 412 hoogtemeters.

Om 7.00u gaat de wekker en om 7.50u stappen we op de fiets met een koekjesontbijt achter de kiezen. De weg naar het einde van Pag (Tovarnele) is een soort van 70-heuvelenweg. We halen elke keer net de top niet zonder helemaal terug te schakelen en het is hard werken.

De weg is heel mooi, rustig over heuvels tussen stenen muurtjes door met mooie uitzichten naar links en rechts over zee. Eerst is alles vooral stenig, later wordt het verrassend groen met prachtige oude olijven met een diameter van meer dan 1m.

Het haventje van Tovarnele is een plaatje. Tot het bootje opdoemt en er wel erg veel mensen tevoorschijn komen die mee willen. Het bootje zit vol voor wij ons er met onze fietsen op kunnen wurmen. Maar niet getreurd, een uitgeviste visser wordt ingeschakeld. Hij ruimt zijn dek leeg en instappen maar! Precies om 10.00u vertrekken we. Na zo'n 40 minuten arriveert onze boot zelfs als eerste op het eiland Rab.

De stad Rab is weer erg pittoresk. We bezichtigen de schatkamer van de kerk, met heel veel heilige gralen, en een heel mooi relikwiekistje met de originele schedel van de heilige Christoffel. Bij de volgende kerk beklimmen we de toren. Dat is geen sinecure, de trappen zijn erg steil, de laatste etappe gaat via een ijzeren ladder, waarna je geacht wordt via een gat in de muur het dak op te klimmen. Otto vraagt zich af waarom hij hieraan begonnen is.

We vinden een prima sandwichbar en lunchen er lekker, behalve Otto die zijn hamburger niet kan waarderen: teveel saus en uien. Dan steken we het eiland over naar Lopar. Rab blijkt heel groen en vriendelijk, heel anders dan Pag en ook leuk om te fietsen. De haven in Lopar stelt niks voor, en omdat het ritje over het eiland voorspoedig verliep, hebben we ruim een uur over om te kaarten in een bar voor de boot naar het eiland Krk vertrekt.

De overtocht naar Baska duurt een uur en kost maar liefst 256 kuna, vooral omdat de fietsen flink aangeslagen worden. Vanaf de boot zien we camping Bunculuka al liggen en ook de wandelboulevard die er naartoe loopt. We gokken erop deze te fietsen i.p.v. de reguliere weg die helemaal bovenover gaat en begint met een klim van 18%! Het blijkt een goede beslissing.

De camping staat erg vol en we vinden met moeite een beroerd plekje. We nemen allemaal een duik in zee die hier heel helder is. De camping ligt prachtig tussen 2 heuvelruggen en het uitzicht over de naburige eilanden en het Velebit-gebergte op het vasteland mag er ook zijn. We eten in Baska, in een aardig restaurant dat zulke grote porties serveert dat zelfs een hongerige Tim zijn schnitzel niet helemaal op kan.

Als de jongens moe in bed liggen, lezen we de dagverse Telegraaf in het restaurant. We lezen dat er een 4m lange witte haai is gesignaleerd bij het eiland Krk! Gevaar!

Foto’s