Besse-en-Chandesse – Murol, 15,6 km, 365↑, 538↓ Δ1226

We kunnen al om 7.30 uur ontbijten, en dat ontbijt is best oké. Al voor negenen lopen we door het schattige maar nog in diepe slaap verzonken Besse, dat had bij nader inzien wel een bezoekje verdiend gisteravond.

Een pittig klimmetje trekt ons uit het dal. De GR30 loopt hier over goede paden met weids uitzicht over de omgeving en met donkere wolken in de verte.

Gisteren en vandaag komen we regelmatig andere wandelaars tegen, het is hier ‘drukker’ dan op de westelijke tak van de GR30. Alle wandelaars begroeten elkaar hier met een vriendelijk ‘bonjour!’. De dames zingen dat: de bon klinkt een octaaf lager dan de jour. Ik oefen dat ook een tijdje maar het lukt mij niet de juiste toon te pakken te krijgen. Franse vrouwenstemmen klinken sowieso een flink stuk hoger dan de mijne: elke keer als ik bel voor een reservering wordt ik beleefd aangesproken met monsieur.

Na 7,5 km hebben we een eerste weilandpauze, vlakbij een picknicktafel waar je niet aan mag zitten, want proprieté privé. Nog even lopen we hoog, dan dalen we via een oncomfortabel steil en stenig pad af naar een riviertje dat ons door het bos meeneemt richting Murol. Dat blijft nogal lang 3,5 km verderop liggen.

Even overwegen we te kamperen op camping La Ribeyre, maar die ziet er met € 60 per nacht niet erg wandelvriendelijk uit. Gezien het aantal auto’s met Nederlandse kentekenplaten (die hebben we in geen weken gezien!) hebben ze hier zwembaden.

Nog een heuveltje verder bereiken we dan toch Lac Chambon, één van de weinige meren waar in gezwommen mag worden. We picknicken er op ons gemak aan het verlaten strandje: het is fris. Als toetje drinken we koffie bij een restaurant waar de Franse inefficiëntie een nieuw hoogtepunt bereikt: een hele ploeg personeel die niets gedaan krijgt, behalve mensen uitleggen dat je bij hen niet kunt bestellen. Dat moet ergens binnen, bij iemand die ook van niets weet.

Na een vriendelijk stukje wandelpad bereiken we kort na de middag camping Les Fougères, een flinke camping met allemaal afgehokte staanplaatsen en plenty ge- en verbodsborden. Wij krijgen echter een topplekje op een schattig tentenweitje in een bocht van de snelstromende Couze Chambon.

Later in de middag nemen we een kijkje in Murol, een mini-toeristendorpje aan de voet van een enorme burcht. Ik vind er tweecomponentenlijm om mijn losrakende zool mee te lijmen, helaas werkt die voor geen meter. Ik loop vervolgens nog weken zonder problemen met die losse zool.

In een leuk restaurantje eten we ongeïnspireerd eten. De Franse keuken wordt wat mij betreft best overschat: in de wijde omgeving is het aligot (kazige aardappelpuree) en truffade (gekookte aardappelen met veel kaas) geblazen met daarbij de eeuwige entrecote of vooruit, hamburger.

Zelf koken is een beter alternatief, met verse pasta (ligt bijna overal in de koeling), verse groenten en een blikje vis hebben we in een handomdraai echt eten. Om ons enige tankje te sparen (zie les 6) eten we regelmatig maaltijdsalades. Als we thuis zijn gaan we een koppelstukje regelen, zodat onze msr-brander ook met Campinggaz-tankjes uit de voeten kan.