Kennismaken met Kroatië

19 juni 2005 - Ston, Kroatië

Dubrovnik - Prapatno, 50 km, gem. snelheid 16 km per uur, 455 hoogtemeters.

Vaderdag vandaag, Tim heeft een mooi gedicht gecomponeerd voor Pjotr. We nemen een luxe ontbijtje tot ons, met een omeletje.

Vandaag begint het echte fietsen in Kroatië dan. De hoge brug Dubrovnik uit slaan we over, die vindt Petra te eng. Gelukkig vaart er een bootje naar Zaton, 10 km verderop aan de kustweg. Na enig zoeken vinden we het bootje, gelukkig mogen de fietsen mee.

Na een snelle overtocht rijden we de gevreesde kustweg op. Die laat zich vandaag van zijn allerbeste kant zien: er is weinig verkeer, dat heel netjes om ons heen rijdt, de zon schijnt zonder dat het te heet is, de weg is mooi glad, zonder Italiaanse hobbels en putten, en het uitzicht is voortdurend fantastisch . Eilanden in de verte, de diepblauwe zee diep onder ons, met turkooizen baaitjes, en blauwe lucht daarboven. Aan onze rechterhand rijzen de bergen hoog op, witte kalkrotsen met groen ertussen. Het is echt genieten, dat had in ieder geval Petra niet verwacht!

De weg klimt en daalt en langzamerhand wordt het flink warm. Otto krijgt al snel weer honger, en hij moet wennen aan de hitte. Het valt nog niet mee een lunchplek te vinden, veel leven is er niet langs de weg. Als Otto er echt doorheen zit vinden we gelukkig een restaurantje waar ze wel iets voor ons op de grill willen leggen. Cevapcici voor de jongens, een nieuwe favoriet van Otto, en mixed grill voor ons. Echte carnivoren, de Kroaten! Met de frites is iets ergs gebeurd, die is niet echt eetbaar. Natuurlijk drinken we er weer liters water en cola bij.

Nog een km of 10 naar Ston, en dan nog 3 naar de camping. We rijden het schiereiland Peljesac op over een prachtige weg langs oester- en mosselkwekerijen, de zee lijkt er extra blauw. Ston heeft indrukwekkende stadsmuren die hoog over de berg lopen, uit de 14e eeuw, ze waren toen met hun 5,5 km de langste muur na de Chinese!

Na Ston volgt de zoveelste pittige klim. Otto komt een insect tegen dat hem prikt, dat is wel de druppel voor hem, hij besluit dat dit een Pechdag is. Tim verheugt zich puffend op de afdaling: we kamperen per slot van rekening aan zee. Eindelijk bereiken we het einde van de klim en de afslag naar de camping, maar wat een pech: de steil afdalende weg ligt helemaal open, klaar om geasfalteerd te worden. I.p.v. een snelle afdaling wordt het dus schuiven door losse stenen.

Geheel in stijl gaat Otto onderuit in het gruis, met wat schaafwondjes als gevolg. Tja, dat krijg je op een Pechdag... Tim is woest: al die meters voor niks geklommen! We lopen verder maar naar beneden, naar de prachtige baai waar camping Prapatno ligt, in een kloof met een schaduwrijke oude olijfgaard.

Otto en Tim zetten de dag voort aan het strand, Otto vastbesloten niet te gaan zwemmen omdat hij dan vast in een zee-egel trapt. Om zijn dag compleet te maken eten we rijst met prut, ook al niet zijn favoriet.

Foto’s